De Stroatlanteerns     naar vertaling

De stroatlanteerns mait oet blievn noe,
könt gin verlichting geavn
veur wel zich in n duustern bangt
en meant nich meer te leavn.

Zee deudn teagn t onröstig keend:
'Iej bint nich dood en ok nich bleend.'
De stroatlanteerns mait oet blievn noe,
könt gin verlichting geavn

In n heuksken van de loch,
woar wa Duvel komn mag
en woar ze dat ok preuft,
is nen hemmel veur wel der nich in geleuft.

Doareargns, biej Paleis t Loo,
lacht oalde kammeröa zich too.
'Zo, Willem, wa'j der a?'
zegt Harry Bannink bliej en dan
doot ze n Duveltjen der oet
en kiekt wat deur de roet.

Stroatlanteerns mait oet blievn noe,
könt gin verlichting geavn
veur wel in zien weerlds bestoan
zoovöl gedichtn hef schreavn.

Wel oons zoovöl lechtkes hef doan
is der tuskenoet egoan.
De stroatlanteerns mait oet blievn noe,
könt gin verlichting geavn.

Tekst: Fred van de Ven; Muziek: Triooo/Harm Braam
Fred: zang;
Harm: basgitaar, baritonsax;
René: el.gitaar, tenorsax;
Henk: slagwerk, altsax

Bij De stroatlanteerns
In 'De rebbe leert de kinderen schrijven' van Willem Wilmink leert die rebbe aan de kinderen dat schrijven meer is dan een technische vaardigheid. Ze kunnen dan namelijk ook lezen, en dus in de Thora en andere boeken kennis opdoen over hun geschiedenis. Opdat ze weten waar ze vandaan komen en wie ze zijn, en hoe ze in de toekomst kunnen voorkomen dat ze verdwalen geeft hij ze 'een lichtje mee, dat nooit uit zal gaan'. Dat lichtje, die zekerheid, die verzekering tegen onheil heeft Willem ook in veel van zijn gedichten en verhalen aan ons gegeven. Maar wie gaf hem zekerheid? Zijn zoektocht naar die zekerheid heeft hij op vele manieren beschreven. Een van de bekendste voorbeelden is wel 'De straatlantaren met zachtmoedig licht' uit 'De Javastraat'. Ook in het nawoord van 'Je moet je op het ergste voorbereiden' doet hij daarvan verslag; hij droomt voor alle zekerheid maar een hemel voor ongelovigen. In Paleis 't Loo. Vriend Bannink is er al. Met een zelfde onthaal als in 'Mensink' uit 'Heftan tattat!' Het voorafgaande inspireerde Fred tot het schrijven van 'De Stroatlanteerns', een elegie. Willem hoeft niet meer getroost te worden, die heeft nu alle zekerheid die er is, maar waar vindt Fred troost? Al die 'Lichtjes' die Willem hem meegegeven heeft, herinneren hem slechts aan dit grote verlies.

De straatlantaarns,(vertaling)     terug naar Twents

De straatlantaarns kunnen vanaf nu uit blijven
Kunnen geen verlichting meer schenken
Aan wie er bang in het donker is
Wie bang is niet meer te leven

Ze lieten het woelende kind weten:
'Je bent niet dood en ook niet blind'
De straatlantaarns kunnen vanaf nu uit blijven
Kunnen geen verlichting meer schenken

In een hoekje van de lucht,
waar wel Duvel zijn mag
en waar daar ook van wordt gedronken,
is de hemel voor wie niet in een hemel geloven

Daar ergens, bij paleis t Loo
Lachen oude kameraden elkaar toe;
'Zo Willem, ben je er al!'
zegt Harry Bannink blij en dan
en schenken ze een Duveltje in
en kijken wat naar buiten

De straatlantaarns kunnen vanaf nu uit blijven
Kunnen geen verlichting meer schenken
Aan wie zijn leven had ingericht
Voor het schrijven van gedichten

Wie ons zoveel lichtjes meegaf
Bevindt zich niet meer tussen de levenden
De straatlantaarns kunnen vanaf nu uit blijven
Kunnen geen verlichting meer schenken